Basari!    German Rex cattery 

en kattentrimsalon 

 
Infectieziekten
niesziekte
F.I.P.
giardia
kattenziekte
kattenaids
wormen
vlooien

Niesziekte 

Algemeen

Ongeveer 90% van de infecties wordt veroorzaakt door feliene Herpesvirus of Calicivirus. Deze virussen zijn niet overdraagbaar op mensen of andere dieren. Soms zijn er ook bacteriën aanwezig, vooral Chlamydia speelt een rol. Meestal duurt een kattenverkoudheid ongeveer 7 a 10 dagen, maar Herpes blijft aanwezig, dus de infectie kan in tijden van stress altijd weer her opflakkeren.


Besmetting

Een kat wordt meestal alleen besmet als hij in hetzelfde huis woont met een besmette kat, of een verzorger heeft die ook besmette katten verzorgt. Echter, via indirect contact, dus via mensen en voorwerpen, kan een kat ook besmet worden. De meeste infecties komen voor onder katten uit een kennel, katten die dicht opeen wonen en katten die veel buiten komen. In ruimtes kunnen virus houdende druppels zich via de lucht ongeveer 1,5 m verspreiden. Virusoverdracht gebeurt vooral door intensief contact, nl. likken en eten en drinken uit dezelfde eet- en drinkbakken. Een kat die alleen of met z’n tweeën in een huis woont en niet buiten komt zal zeer waarschijnlijk niet besmet worden. Perzen hebben verhoogde kans op aanslaan van de infectie door een verkorte neus. Ook kittens hebben een verhoogd risico, omdat hun weerstand nog niet optimaal is.
De periode tussen besmetting en symptomen bedraagt bij het Calicivirus 1-4 dagen, bij het Herpesvirus 2-10 dagen.

Symptomen

Meestal is een kattenverkoudheid onschuldig, maar soms kan het ernstig worden. Sommige katten krijgen zweren in de bek, waardoor ze niet meer willen eten en drinken (typisch bij Calici). Bij kittens is longontsteking vaak begonnen als een bovenste luchtweginfectie. Sommige katten kunnen ook koorts krijgen door de infectie. Als katten dus niet lekker zijn door de verkoudheid moeten ze altijd langs komen op consult bij de dierenarts.
In geval van besmetting met Calicivirus kunnen de dieren ook mank worden en door gezwollen en pijnlijke gewrichten. Deze kreupelheid duurt meestal maar 24 tot 48 uur en herstelt meestal geheel.

Diagnose

De diagnose wordt meestal gesteld aan de hand van het ziektebeeld. Er kan echter wel op virussen getest worden. Omdat deze testen vrij kostbaar zijn en het voor de behandeling niet veel uitmaakt welk virus de boosdoener is worden ze zelden uitgevoerd.

Behandeling

Ondanks dat 90% van de infecties viraal is, wordt er bij serieuze gevallen altijd antibiotica gegeven. Dit omdat door virale infectie bacteriën meer kans krijgen om aan te slaan. Het beste antibioticum om te geven is doxycycline, omdat Chlamydia (naast Herpes en Calici) de meest voorkomende ziekteverwekker is.
Soms leiden infecties tot chronische problemen: tandvleesontsteking, conjunctivitis of verstopte neus.

Preventie

Vaccinatie tegen niesziekte wordt jaarlijks gegeven. Zo wordt het risico op besmetting, vooral bij katten die naar kennels gaan, erg verkleind. Bij dieren die in contact komen met het besmette virus zal nog wel vermeerdering optreden en kunnen ook letsels in de bek ontstaan, maar deze leiden vaak niet tot duidelijke ziektetekens.

F.I.P. (feliene infectieuze peritonitis) bij de kat

FIP is een geregeld voorkomende ziekte en één van de naarste omdat FIP bij de kat ongeneeslijk is. Op deze pagina vindt u alle belangrijke informatie over FIP bij de kat. De meest gestelde vragen worden hier behandeld. Mocht u na het lezen van deze pagina nog vragen hebben over FIP bij de kat neem dan gerust contact met ons op. Wij staan u graag te woord.

Wat is FIP? 

FIP is een ziekte die alleen bij de kat voorkomt. FIP is dus niet besmettelijk voor andere dieren buiten de kat. FIP behoort tot de Coronavirussen. Er zijn twee types Coronavirussen bij de kat, het “gewone” Coronavirus en FIP.
Het gewone Coronavirus, vanaf nu kortweg Coronavirus, komt zeer veel bij de kat voor. Het veroorzaakt met name diarreeklachten en is vrij onschuldig van aard. Echter, dit Coronavirus kan zich in de kat muteren tot een FIP virus. Als dit gebeurt zijn er twee mogelijkheden. Ofwel vernietigt het afweersysteem van de kat dit FIP virus en wordt de kat niet ziek, ofwel ontstaat er geen goede afweerreactie en krijgt de kat FIP. Tot op heden is er geen genezende behandeling mogelijk voor katten met FIP.

Is FIP bij de kat besmettelijk?

Deze vraag wordt zeer vaak gesteld. Het antwoord is simpel, en toch ook weer niet. FIP is niet overdraagbaar van de ene kat naar de andere kat. Echter, als een kat FIP heeft betekent dit dat er ook Coronavirussen aanwezig zijn. Deze zijn wel overdraagbaar. Daarom zien we in één huishouding (of cattery) dat er in een korte periode meerdere katten FIP krijgen. Dit komt omdat er dan ook Coronavirussen aanwezig zijn. Katten hoeven van Coronavirussen niet ziek te worden.

Wat is het ziektebeeld van FIP bij de kat?

FIP treed met name op bij katten met een verminderde weerstand. We zien het dus vaker bij jonge katten (<2jr), oude katten, raskatten en na stress (verhuizing o.i.d.). FIP veroorzaakt ontstekingen welke we granulomen noemen. Deze kunnen door het hele lichaam ontstaan. Tevens kan er bij deze ontstekingen vocht gevormd worden. De belangrijkste symptomen van 

FIP bij de kat zijn:
·         Koorts.
·         Sloomheid, niet eten.
·         Oogproblemen.
·         Dikke buik (met vocht).
·         Moeite met ademen.
·         Neurologische klachten (zwalken, verlammingen enz).

Hoe stel je de diagnose van FIP?

Omdat het FIP virus en het Coronavirus bijzonder op elkaar lijken kunnen we via bloedtesten geen verschil tussen beide aantonen. Het is dus onmogelijk zuiver en alleen op basis van bloedtesten met zekerheid de diagnose van FIP te stellen bij de kat! Alleen door weefselonderzoek (biopten of na het overlijden via sectie) kan met zekerheid de diagnose gesteld worden. Omdat niet niet altijd haalbaar is wordt er een puntenlijst opgemaakt. Hoe meer punten er positief scoren hoe waarschijnlijker is het dat de kat FIP heeft. 

De volgende punten zien we vaak bij FIP:
·         Koorts zonder duidelijke oorzaak.
·         Dieren jonger dan 2 jaar of ouder dan 10 jaar.
·         Een laag albumine en hoog globulinegehalte in het bloed.
·         Gestegen leverwaardes in het bloed.
·         Vocht in de buik en/of borstholte. Dit vocht is vaak heldergeel en bevat veel eiwitten.

Wat zegt de FIP titer over een infectie?

Een FIP titerbepaling wordt vaak gedaan. Deze is echter weinig waardevol omdat in het bloed er geen verschil gemaakt kan worden tussen het Coronavirus en FIP. Katten met FIP kunnen een hoge titer hebben maar ook een lage titer. Kortom, deze test is vrij waardeloos.
Kan je vaccineren tegen FIP?
Er bestaat een FIP vaccin van Pfizer. Het betreft een neusdruppel. Het effect van dit vaccin is echter twijfelachtig.
Kan FIP behandeld worden?
Er zijn weinig bewezen effectieve behandelingen. Een kat met FIP overlijdt praktisch altijd. Het meest gebruikte medicijn tegen FIP bij de kat is prednison. Het verwijderen van het vocht uit de buik of borstholte kan verlichting geven en een tijdelijke verbetering.

 Giardia

De Giardia parasiet die in de darmen zit noemen we een trophozoiet. Deze trophozoieten worden ia de ontlasting uitgescheiden. Na een korte periode als dusdanig in de buitenwereld te zijn geweest zal deze trophozoiet een wand om zichzelf maken en een oöcyst gaan vormen. Dit zij een soort eitjes die twee (nog niet volledig complete) trophozoieten bevatten. In deze vorm kan de oöcyt lange tijd overleven (meerdere maanden).
Als een hond of kat een dergelijke oöcyst inneemt zal de wand van de oöcyt verteren en komen de twee trophozoieten vrij waarna er een besmetting kan plaatsvinden.

Symtomen 

Met name jonge dieren of dieren met een verminderde weerstand worden ziek van Giardia. Gemiddeld duurt het ca 1-2 weken voordat er symptomen ontstaan.

 Deze zijn:
·         Diarree
·         Buikpijn.
·         Winderigheid.
·         Slijm bij de ontlasting.
·         Algemeen ziek en sloom.

Niet ieder dier dat besmet wordt met Giardia zal ziek worden.
Diagnose van Giardia
De diagnose van Giardia kan lastig zijn. Een dier dat besmet is met Giardia zal niet continu parasieten uitscheiden in de ontlasting. De diagnose kan gesteld worden met:

1.        Microscopisch onderzoek. In grofweg 50% van de gevallen zal de diagnose echter gemist worden.
2.        Via een ELISA test. Dit is een laboratorium test die wij in al onze dierenziekenhuizen kunnen uitvoeren. 

Deze test spoort antigenen van Giardia aan en is veel gevoeliger dan microscopisch onderzoek.

Behandeling van Giardia

Met medicijnen is Giardiosis goed te behandelen. Dit zijn de meest voorgeschreven medicijnen:
·         Metronidazole (Flagyl)
·         Benzimidazoles (Albendazole, Fenbendazole). Fenbendazole geeft                het beste resultaat en is de eerste keuze.
·         Infectiedruk verminderen, door dagelijks ontlasting te verwijderen en            omgeving zo droog mogelijk te houden.

Omdat oöcysten (soortement eitjes van Giardia) lang kunnen overleven en vastgehecht kunnen zitten aan de vacht is het verstandig een dier na de behandeling te wassen.

Kattenziekte

Algemeen

Kattenziekte ofwel feline panleucopenie wordt veroorzaakt door een parvovirus. Dit is echter een andere parvovariant dan die we kennen bij de hond. Het is een ernstig virus omdat het hele populaties katten kan uitroeien en lang kan overleven in de omgeving.

 Pathogenese (ziekteleer)

Zieke katten scheiden erg veel virus uit met hun ontlasting.  Gezonde dieren worden besmet door contact met deze ontlasting. Dit hoeft geen direct contact te zijn. U als eigenaar kan het virus ook onder uw schoenen mee naar binnen nemen. Dus binnenkatten lopen ook risico om met kattenziekte besmet te raken.

Symptomen

Katten van alle leeftijden kunnen ziek worden maar kittens zijn het meest gevoelig. De symptomen zijn divers maar het meest voorkomende is braken, diarree, hoge koorts, verminderde weerstand en waggelende gang bij kittens. In het bloedt valt een laag witte bloedcelgehalte op. Hier komt ook de naam panleucopenie vandaan. Letterlijk betekent dit “laag gehalte aan alle witte bloedcellen”. De witte bloedcellen zijn de afweercellen van het lichaam. Katten met kattenziekte zijn hierdoor dus veel gevoeliger aan andere infecties.

Diagnose

De diagnose wordt meestal gesteld aan de hand van het ziektebeeld. Er kan ook bloedonderzoek worden gedaan door het aantal witte en rode bloedcellen te bepalen. In een laboratorium kan het virus in bloed of ontlasting worden aangetoond.

Behandeling

De behandeling bij een kat met kattenziekte is erg intensief. Ondersteunende therapie en goede verzorging verlagen de kans op sterfte en is vergelijkbaar aan die bij een hond met Parvo. In het Dierenziekenhuis geven onze dierenartsen een behandeling die bestaat uit agressieve intraveneuse vochttoediening, meerdere malen per dag bloedcontroles waarbij de eiwitten, zouthuishouding, glucose en bloedcellen gemonitord worden en ondersteuning. Deze ondersteuning bestaat uit breedspectrumantibiotica, (dwang)voeding en medicatie tegen braken.

Preventie

Alle katten (ook alle binnenkatten) dienen gevaccineerd te worden. Bij kittens worden er 2 vaccinaties gegeven, namelijk op 9 en 12 weken leeftijd.
Hierna wordt elke 3 jaar een herhaling gegeven van het vaccin, een zogenaamde booster. Het vaccin biedt 100% bescherming tegen kattenziekte.

Kattenaids of F.I.V.

Algemeen

FIV is een retrovirus en is nauw verwant aan HIV. De mens kan niet ziek worden van een kat die besmet is met FIV. De ziekte komt wereldwijd voor in kattenhuishoudens.

Besmetting

De katten die het meeste kans hebben om besmet te worden zijn katers, buitenkatten en katten die ziek zijn. Het virus wordt namelijk het meest overgedragen door een beet van een kat die drager is van het virus. Ook overdracht van moederpoes naar kittens is mogelijk. Een kat blijft altijd besmet met het FIV-virus, het hoeft echter niet altijd tot ziekte te lijden (zie symptomen)

Symptomen

Katten die besmet zijn geraakt met FIV kunnen jarenlang vrij zijn van ziekteverschijnselen. Sommige katten worden er zelfs nooit ziek van, echter, meestal leidt een FIV besmetting binnen vijf jaar tot A.I.D.S. (accuired immune defficiency syndrome) met de volgende typische verschijnselen zijn: chronische tandvleesontsteking, chronische verkoudheid, gewichtsverlies, vergrote lymfeknopen, nierfalen en allerhande secundaire infecties. Uiteindelijk sterft de kat hieraan. Met behandeling kunnen we echter deze patiënten vaak nog een lang en goed leven geven.

Diagnose

Wij beschikken over een test waarmee we door middel van bloed kunnen bepalen of uw kat besmet is met FIV. Bij een positieve test dient dit echter altijd nog in een extern lab bevestigd te worden.

Behandeling

Er bestaat geen behandeling voor een kat die besmet is geraakt met FIV. Het is echter niet nodig om deze katten te euthanaseren. FIV-positieve katten kunnen vaak nog lang goed leven. Wel is het belangrijk om rekening te houden met de volgende dingen:
Het is aanbevolen om een kat te castreren om agressie en dus beten te voorkomen.  FIV-positieve katten moeten regelmatig (elke 6 maanden) in onze kliniek worden onderzocht. Wij voeren dan bloedonderzoek en een algehele controle uit. Als zich AIDS ontwikkelt kunnen wee, net als bij mensen, virusremmers geven. Deze kunnen echter wel bijwerkingen geven.

Preventie

Er bestaat op dit moment helaas nog geen vaccin tegen FIV. Wel is het van belang om als uw kat buiten komt deze te castreren om hierdoor de kans op beten te minimaliseren

Ringworm (schimmel) bij de kat
 

Huidproblemen bij de kat.

Schimmelinfecties komen vaak voor bij de kat. Bij de mens uit zich dit in de typische ringvormige huidontsteking (vandaar de naam ringworm). Bij de kat zien we ringworm meestal niet als dusdanig.

Wat is ringworm?

Ringworm is een schimmelinfectie. Er zijn drie belangrijke types; Trichophyton mentagrophytes, microsporum canis en microsporum gypseum.

Hoe raakt een dier besmet.

Schimmels planten zich voort via sporen. Deze sporen kunnen jarenlang overleven en zijn moeilijk te doden. Dieren raken dus meestal besmet via de omgeving, maar kunnen ook besmet worden door besmette dieren.
Ringworm treedt veel vaker op bij dieren met een verminderde immuniteit. Daarom zien we dit vaker bij jonge dieren, oudere dieren of dieren met een andere ziekte.

Hoe ziet een schimmelinfectie er bij de kat uit?

Ringworm presenteert zich vaak als een kaal, schilferende plek. Echter, soms kunnen dieren over het hele lichaam huidproblemen hebben in de vorm van kaalheid, schilfering en soms jeukende plekken.

Hoe stellen we de diagnose?

·         Door middel van een kweek op haren en schilfers.
·         Door microscopisch onderzoek.
·         Via een Woodse lamp. Dit is een UV lamp die in ongeveer 50% van     de infecties een typische oplichting geeft van besmette haren.
 

Hoe behandelen we ringworm?

 ·         Schimmels produceren zeer veel sporen. Het eerste doel is dit te    stoppen of te verminderen. Door de plekken (en soms het hele dier) te scheren en met schimmeldodende shampoo’s of zalven te behandelen zorgen we ervoor dat er geen nieuwe sporen in de omgeving terecht komen. Vaak wordt hiervoor ketoconazole gebruikt.
·         Daarnaast behandelen we de hond of kat met schimmeldodende middelen. Itraconazole is een stuk veiliger dan oudere produkten zoals ketoconazole of griseofulvine. Een nadeel is dat dit wel een duurder middel is. Er moet vaak gedurende meerdere weken behandeld worden. Indien er meerdere dieren in huis zijn moeten alle dieren behandeld worden.
·         Als laatste moet de omgeving behandeld worden. In de omgeving van een met schimmel besmette hond of kat liggen zeer veel schimmelsporen. Door goed te stofzuigen en de omgeving te behandelen met verdunde bleek of ketoconazole kan het aantal sporen teruggebracht worden.
 

Wormen

Algemeen

Worminfecties komen zeer veel voor bij hond en kat. Er zijn vele verschillende soorten wormen. De belangrijkste zijn:

1.    Spoelwormen (Toxacara Canis (hond en Toxacara Cati (kat)
2.    Haakwormen (Ancylostoma)
3.    Lintwormen ( Dipylidium Caninum en Taenia )

Niet alle worminfecties leiden tot klachten. Spoelwormen komen het meest voor en leiden tot de meeste klachten.
Pathogenese (ziekteleer)
Katten kunnen op veel verschillende manieren besmet worden. Hieronder volgen de belangrijkste besmettingsroutes:

1.    Spoelwormen. Besmetting vindt plaats via contact met ontlasting van een besmet dier, via een tussengastheer (meestal rauw vlees of een wild diertje zoals een muis) en via de moedermelk.
2.    Haakwormen. Via contact met besmette ontlasting.
3.    Lintwormen. Altijd via een tussengastheer. Dit kan een vlo of luis zijn (D. Caninum) of rauw vlees (Taenia).
 

Symptomen

Het soort worm bepaalt de ernst van de klachten alsook de leeftijd van het dier. Oudere katten hebben in de regel minder klachten dan kittens.
Lintwormen geven meestal weinig klachten. Wel kan men stukjes lintworm uit de anus zien kruipen, wat vrij onsmakelijk is.
Spoelwormen geven de ernstigste klachten bij jonge katten. Symptomen zijn diarree, braken, gewichtsverlies, longontsteking (door rondtrekkende larfjes van de spoelworm).
Haakwormen geven met name chronische klachten zoals slechte groei, ruige pels en wisselend diarree (vaak met bloed).

Diagnose

Ontlastingsonderzoek geeft de diagnose. Het is een misvatting dat je de wormen in de ontlasting kan zien. Dit is meestal niet het geval! Daarom raden onze dierenartsen aan frequent (4x/jaar) katten te ontwormen.

Behandeling

Een goed ontwormingsmiddel. Het hangt van het soort worm af welk middel het beste werkt, en er is geen enkel wormenmiddel dat alle mogelijke wormen doodt!. Lintworm dient het liefst met Praziquantel behandeld te worden en spoel- en zweepwormen reageren op de meeste wormmiddelen (alhoewel er wel resistentie bestaat).

Preventie

Frequent ontwormen is de beste preventie. Jonge katten kan men het beste niet in contact laten komen met ontlasting van andere honden.

Vlooien

Algemeen:

Vlooien zijn kleine bloedzuigende parasitaire insecten. We vinden ze vooral op de kat en de hond, maar ook mensen, konijnen en fretten kunnen last hebben van vlooien. De vlo is ongeveer 1-3 millimeter groot en heeft krachten springpoten. Een vlo maakt van begin tot eind een hele gedaantewisseling mee. De volwassen vlo voedt zich door bloed te zuigen bij met name zoogdieren en vogels. Vervolgens legt ze honderden eitjes in de vacht. Deze eitjes rollen vaak van de vacht af en belanden in de omgeving. Vervolgens ontwikkelen ze zich tot larven. De larfjes hebben ongeveer de dikte van een haar en zoeken vaak de donkere plekjes in huis op. Tussen het tapijt of de plinten zijn bijvoorbeeld populaire plekken. De larfjes voeden zich met de uitwerpselen van de volwassen vlo. Na 2-3 weken, afhankelijk van de omgevingstemperatuur, verpoppen de larven. Deze poppen kunnen wel tot 1.5 jaar in de omgeving overleven. Door trillingen in de omgeving komt er een vlo uit de pop, wordt de passant besprongen en begin de cyclus opnieuw.

Besmetting

Katten worden eigenlijk nooit besmet door contact met andere dieren. Een vlo zal nooit van het ene dier op het andere dier springen, waarom zou het? Katten worden besmet als ze in een omgeving komen waar vlooien zitten. Dit kan in huis zijn (het hele jaar door) of buiten in de warmere periodes.

Symptomen

De beet van de vlo zorgt voor jeuk bij de kat. De beet is pijnlijk en het speeksel wat de vlo achterlaat om te zorgen dat het bloed gaat stollen zorgt voor veel jeuk. Vaak zien we honden en katten krabben en bijten.
Sommige katten ontwikkelen een vlooienallergie. De jeuk is dan vaak heftiger en ze kunnen zichzelf tot bloedens toe bijten of open krabben. Eén beet van een vlo kan dan al vervende gevolgen hebben. Deze jeuk uit zich met name aan de staartbasis, de liezen en de buik. Bij katten zie je vaak wat we noemen een militaire dermatitis ontstaan. Deze dermatitis of huidontsteking uit zich in allemaal korstjes op met name de rug.

Diagnose

De vlo zelf is vaak met een vlooienkam makkelijk te vinden bij katten.. Vlooienpoepjes echter nog makkelijker te vinden. Het zijn kleine zwarte korreltjes in de vacht die een rode kleur afgeven als ze in het water gezet worden. Met een vlooienkammetje heeft u ze zo te pakken.

Therapie

Indien uw kat last heeft van vlooien is het belangrijk om zowel uw kat, alle andere dieren in huis als de omgeving te behandelen. Slechts 5% van de vlooien bevindt zich op het dier. De overige 95% van de besmetting bestaat uit eitjes, larven en poppen in de omgeving. Er zijn diverse producten om uw kat en de omgeving te behandelen tegen vlooien. Vraagt u gerust aan onze dierenartsen en assistentes welke middelen u het beste kunt gebruiken.
Belangrijk is om bij een vlooienbesmetting uw huisdier ook te behandelen tegen lintworm. De vlo is nl.  een tussengastheer van de lintworm. Dit houdt in dat vlooien eitjes van de lintworm bij zich kunnen dragen. Wanneer uw kat een vlo opeet kan deze besmet raken met de lintworm.

Preventie

Bij vlooien is de vraag vaak niet hoe komt u eraan, maar juist hoe komt u er weer vanaf. Een vlooienplaag in huis is zeer lastig te bestrijden. Het gebruik van anti-vlo producten is daarom een verstandige manier om dit te voorkomen. Er zijn diverse middelen die u hiervoor kunt gebruiken. Informeer gerust naar de mogelijkheden bij één van onze dierenartsen of assistentes. In geval van een vlooienplaag zal er lang en consequent behandeld moeten worden. Om een vlooienplaag uit het huis te elimineren moet er vaak 6 maanden lang een goede vlooienbehandeling gegeven te worden.